Actuator activeren
OPMERKING
Voordat een actuator kan worden geactiveerd, moet er een voertuig zijn geselecteerd.
Nadere informatie betreffende voertuigselectie is te vinden in de hoofdstukken Voertuigselectie en Voertuigselectie CSM.
GEVAAR
Roterende/bewegende delen (elektrische ventilator, remzadelzuiger enz.)
Afsnijden of knellen van vingers of delen van het apparaat
Vóór activering van actuatoren dienen uit het gevarenbereik te worden verwijderd:
- Ledematen
- Personen
- Delen van apparatuur
- Kabels
VOORZICHTIG
Wegrollen van het voertuig
Letselgevaar/gevaar van materiële schade
Ga vóór het starten als volgt te werk:
1. Trek parkeerrem aan.
2. Schakel de versnelling in neutrale stand.
3. Let op info- en instructievenster(s).
OPMERKING
Gevaar van kortsluiting en spanningspieken tijdens aansluiting van de OBD-stekker
Gevaar van vernieling van voertuigelektronica
Schakel voor aansluiting van de OBD-stekker op het voertuig het voertuigcontact uit.
Ga ter activering van een actuator als volgt te werk:
- Verbind de OBD-stekker met de diagnose-aansluiting van het voertuig.
- Selecteer in de app-launcher onder > .
- Selecteer de gewenste onderdelengroep.
- Selecteer het gewenste systeem.
- Volg de aanwijzingen van het display op en start met >Starten< de procedure.
- Let op info- en instructievenster(s).
- Communicatie met voertuig wordt opgebouwd.
- Door doelgericht in-/uitschakelen van de actuatoren kunnen doelgerichte tests op het voertuig worden uitgevoerd.