Diagnosefuncties
OPMERKING
De diepgang van de tests en het aantal functies zijn afhankelijk van de "intelligentie" van het betreffende voertuigsysteem.
- Foutcode
- Met deze functie kunnen de foutcodes die in het foutcodegeheugen van de ECU zijn opgeslagen worden uitgelezen en worden gewist. Bovendien kan er informatie betreffende de foutcode worden opgeroepen.
- Parameter
- Met deze functie kunnen de realtime-gegevens of de toestanden van de componenten uit de ECU grafisch en alfanumeriek worden weergegeven.
- Actuatortest
- Met deze functie kunnen actuatoren met behulp van de ECU worden geactiveerd/gedeactiveerd.
- Service-reset
- Hier kan het inspectie-interval worden gereset. De service-reset kan manueel of via het diagnoseapparaat worden uitgevoerd.
- Basisinstelling
- Hier kunnen componenten worden gereset naar hun basisinstellingen.
- Codering
- Met deze functie kunnen nieuwe componenten in de ECU worden gecodeerd.
- Testfunctie
- Hier kunnen speciale controles/zelftests worden uitgevoerd.